Ga naar de inhoud

Hoe start je een ecodorp?

Geweldig, jij bent of jullie zijn enthousiast en geïnspireerd en willen een ecodorp oprichten!

Dit is weliswaar een heel project, maar laat je niet ontmoedigen. Als GEN-NL hebben we al veel ervaring opgedaan van bestaande en startende ecodorpen. We delen graag deze kennis. Hieronder delen we de stappen die de meeste projecten moeten doormaken:

Stappenplan

Ons advies is stappen te zetten in min of meer deze volgorde.

  1. Zet je wensen als initiatiefnemer(s) op papier                 

  2. Vorm een kerngroep        

  3. Vorm plannen op hoofdlijnen: visie, missie en doelstellingen. Visualiseer het project.

  4. Zoek een gemeente en polsen bij een hen hoe ze er tegenover staan.        

  5. Vinden van een locatie

  6. Neem contact op met omwonenden

  7. Uitbreiding van de groep

  8. Afspraken maken met de groep

  9. Bestemmingsplan wijziging regelen

  10. Bouwplannen maken

  11. Financiering regelen

  12. Koopovereenkomst maken

  13. Uitvoering van het project

We raden aan om met je plan een gemeente te zoeken die  positief tegenover het plan staat. Lang niet alle gemeenten zijn zover en ook de provincies verschillen in beleid. Onze ervaring is dat het veel gemakkelijker wordt als de gemeente je steunt.

Ook voor het vinden van een locatie kun je gemeentes polsen. Veel gemeenten hebben ‘probleemlocaties’ waar ze of geen raad mee weten, of graag een bijzonder project zouden zien. Als dit een geschikte locatie voor jullie is, heb je de gemeente vaak al mee.

In de praktijk blijkt dat groepsvorming nog niet zo makkelijk is. Om die reden hebben we bij GEN-NL het CLIPS-programma ontwikkeld. Neem gerust contact op hoe je een gezonde gemeenschap kunt ontwikkelen.

We raden aan eerst met een kleine groep een plan te maken met duidelijke uitgangspunten waarmee je bij de voorkeursgemeenten langs kunt gaan en daarna pas de groep uit te breiden. De grote ecodorpen in Europa zijn bijna allemaal met drie initiatiefnemers ontstaan (Findhorn, Sieben Linden, Tamera, Damanhur).

Belangrijkste tip: Laat je niet ontmoedigen, durf opnieuw te beginnen als het ergens helemaal vastloopt en zorg er vooral voor dat je veel plezier hebt samen tijdens deze weg.

Adviezen van deskundigen

 
Juridische vorm:
Verschillende modelstatuten van zowel stichting als (cooperatieve) vereniging zijn volop te vinden op internet. Ook binnen het ecodorpennetwerk kunnen we statuten delen. Zorg dat je na een gesprek met een notaris een rechtsvorm kiest en statuten op maat laat maken. Advies: kies voor eenvoudige standaardstatuten en “snij specifieker op maat” met een huishoudelijk reglement. Alle latere aanpassingen kunnen dan eventueel vaak zonder tussenkomst van een notaris.
Een vereniging is logisch als er sprake is van leden, een officiële vereniging met oprichtingsakte is daarna bijna vanzelfsprekend als er financiële zaken moeten worden geregeld met elkaar. Een coöperatieve vereniging is een volgende stap die veel meer mogelijkheden biedt in zowel initiatief-, CPO als exploitatie/ VvE- fase. De NCR (nationale coöperatieraad) heeft spreekuur en workshops voor meer informatie.
Veel ecodorpen kiezen er voor om twee rechtsvormen op te richten, een als eigenaar van de grond, een tweede als gebruiker van de grond volgens de doelstellingen van de eerste rechtsvorm. Een van de redenen is om de grond vrij te stellen van toekomstige speculatie of verkoop.
 
Zorg dat je je plannen gaat / laat visualiseren want dat helpt enorm om je plannen te verhelderen en bijv. de gemeente mee te krijgen. Zie bijvoorbeeld: https://hvdgiessen.nl 
 
Begin tijdig met een ecologisch onderzoek voor je bestemmingsplan.
Bij een bestemmingswijziging is doorgaans een ecologisch onderzoek nodig. Er moet een rapport worden opgesteld waaruit blijkt of er beschermde planten, dieren of gebieden worden aangetast door de voorgenomen plannen. Vaak is dat eerst een ‘quickscan’ waarbij van alles al kan worden uitgesloten en een plan de campagne kan worden opgesteld voor vervolgstappen. Zeker in geval van projecten die sloop met zich meebrengen, kan nader onderzoek naar bijvoorbeeld vleermuizen, uilen of marters nodig zijn. Dergelijk onderzoek kan meestal slechts in bepaalde seizoenen worden uitgevoerd. Vleermuisonderzoek beslaat de periode april-oktober. Als vervolgens ook nog een ontheffing en compenserende maatregelen nodig zijn, kan dit je project danig vertragen. Doorlooptijden van quickscan tot sloop van twee jaren zijn niet ongewoon.
Het advies is daarom: laat in een vroeg stadium in ieder geval een quickscan natuurtoets maken en vraag de ecoloog om een tijdpad voor je te schetsen. Voor vragen zie de contactgegevens op: https://ecogroen.nl
 
Er is nog veel meer over te zeggen. Wil je persoonlijk advies, neem dan graag contact op en we denken met je mee.
 
(Deze stappen zijn geïnspireerd op de website van erfdelen.)